Save the date! Datum NCHIV 2015 bekend

12 januari 2015

Na een succesvolle 8e editie van Netherlands Conference on HIV Pathogenesis, Epidemiology, Prevention and Treatment (NCHIV) op dinsdag 18 november 2014 in het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) in Amsterdam, zal er ook een 9e editie komen in 2015. Op woensdag 18 november 2015 zal het congres wederom in het KIT plaatsvinden. Het geeft artsen, onderzoekers en anderen die werken in het HIV-veld de mogelijkheid om hun werk te presenteren en de laatste bevindingen rondom HIV te bespreken.

Meer informatie over NCHIV 2015 zal te zijner tijd te vinden zijn op de NCHIV website. Voor het aanmelden voor de e-mailalerts rondom NCHIV, klik hier.

Terugblik op NCHIV 2014
Een kleine 300 bezoekers hebben tijdens NCHIV 2014 kunnen luisteren naar 18 interessante presentaties van nationale en internationale HIV-onderzoekers. Met daarnaast nog 45 posters abstracts die gepresenteerd werden, is het een zeer informatieve dag geworden waarin de bezoekers veel nieuwe inzichten hebben opgedaan.

De vier internationale plenaire sprekers hebben tijdens NCHIV gesproken over onder andere hepatitis en de nieuwste ontwikkelingen in HIV-behandelmethoden. Daarnaast waren er veertien korte presentaties op het gebied van HIV-pathogenese, -epidemiologie, -preventie en -behandeling. Een korte samenvatting van enkele presentaties:

Sophie Cohen presenteerde tijdens de epidemiologie-sessie haar onderzoek over het effect van HIV op het cognitief functioneren van kinderen. Het bleek dat HIV-geïnfecteerde kinderen het significant minder goed doen dan kinderen zonder HIV. Hun IQ is met een gemiddelde van 76 vrij laag en ook hun hersenen laten bij MRI-scans afwijkingen zien in de witte en grijze stof. HIV heeft dus wel degelijk een effect op het lichaam.

Colette Smit liet tijdens dezelfde sessie zien dat het belangrijk is om meer aandacht te schenken aan de hepatitis C (HCV)/HIV co-geïnfecteerde personen. HCV gedraagt zich namelijk anders bij mensen met HIV, dan bij mensen zonder HIV. De kans op overlijden blijkt met een HCV/HIV co-infectie veel groter. En hoewel 60% van deze co-geïnfecteerde personen al een hepatitis C-behandeling heeft gehad, bleek dit slechts bij 24% succesvol te zijn. Om complicaties en verdere verspreiding van HCV te voorkomen is het volgens Colette Smit belangrijk dat er direct werkende antivirale middelen beschikbaar worden gesteld.

Het onderzoek van Nienke van Teijlingen, dat zij presenteerde tijdens de pathogenese-sessie, liet zien dat vrouwen met een ongezonde vaginale bacteriële flora mogelijk meer kans hebben op een HIV-infectie. Dit heeft zij aangetoond aan de hand van Langerhans-cellen. Deze poortwachters bleken bij een ongezonde bacteriële flora veel actiever te worden als je daar HIV aan toevoegt, maar daarnaast werden ook meer cellen geïnfecteerd. Dit in tegenstelling tot de Langerhans-cellen van vrouwen met een gezonde vaginale bacteriële flora. 

Newsletter Sign up