PERSBERICHT: Nederland voldoet bijna aan 2 van de 3 nieuwe UNAIDS hiv therapiedoelstellingen

17 november 2014

Amsterdam, 17 november 2014 - Stichting HIV Monitoring meldt dat Nederland bijna voldoet aan 2 van de 3 nieuwe UNAIDS hiv therapiedoelstellingen.

Het gezamenlijke programma van de Verenigde Naties voor hiv/aids (UNAIDS) heeft recentelijk nieuwe ambitieuze doelstellingen geformuleerd om de mondiale hiv-epidemie in te dammen: tegen 2020 is 90% van alle mensen met hiv op de hoogte van hun hiv-status; 90% van alle mensen bij wie een hiv-infectie is vastgesteld worden daarvoor behandeld; en bij 90% van alle mensen die behandeld worden is de virusinfectie onderdrukt. De nieuwe cijfers voor Nederland uit het Monitoring Report 2014 van Stichting HIV Monitoring laten zien dat Nederland de laatste twee van de drie UNAIDS 2020 doelstellingen dicht genaderd is.

Van de ongeveer 19.000 mensen met hiv die volgens de registratie van Stichting HIV Monitoring ooit in zorg zijn gekomen, en van wie bekend is dat zij in leven zijn en niet naar het buitenland verhuisd zijn, wordt 84% met antiretrovirale middelen behandeld. Van de 17.750 patiënten van wie bekend is dat zij momenteel in zorg zijn bij één van de 27 hiv-behandelcentra in Nederland, wordt meer dan 90% behandeld en meer dan 90% van deze rond de 16.000 patiënten op behandeling heeft een onmeetbaar lage hoeveelheid hiv in het bloed.

De resterende doelstelling, namelijk dat 90% van de hiv-geïnfecteerde mensen op de hoogte zijn van hun hiv-status, is in Nederland nog niet bereikt.

UNAIDS schat dat Nederland tussen de 20.000 en 34.000 mensen met hiv telt. Uitgaande van een totaal aantal van naar schatting 25.000 mensen, geven de door Stichting HIV Monitoring gepubliceerde cijfers aan dat 76% van alle hiv-geïnfecteerde personen in Nederland op de hoogte is van hun hiv-status. Het resterende kwart van de mensen met hiv in Nederland is zeer waarschijnlijk niet op de hoogte van hun infectie en daarom ook niet in zorg.

Deze groep van nog niet gediagnosticeerde mensen wordt geacht in belangrijke mate bij te dragen aan het in stand houden van de hiv-epidemie in Nederland: in 2013 werd wederom bij meer dan 1.000 patiënten voor het eerst een hiv-infectie vastgesteld. Het grootste deel (71%) van deze patiënten betrof mannen die seks hebben met mannen, terwijl 23% hoogstwaarschijnlijk de infectie heeft opgelopen via heteroseksueel contact.

Het voldoen aan de eerste van de nieuwe 90-90-90 UNAIDS-doelstellingen vergt een gezamenlijke inspanning van alle betrokken partijen. De aanpak zou dienen te bestaan uit een combinatie van innovatieve manieren om meer wijdverbreid en vaker op hiv te testen, de diagnose eerder te stellen en eerder te behandelen; daarnaast uit het onderzoeken van de toepassing in de praktijk van biomedische preventiestrategieën, zoals pre- en post-expositie profylaxe, en het ontwikkelen van betere methodes om het aantal mensen met hiv te schatten. Bovendien zal het nodig zijn om duidelijk naar zowel de belangrijkste risicogroepen als naar de relevante zorgverleners te communiceren over het belang en de voordelen van een dergelijke aanpak. Het HIV Transmissie Eliminatie Amsterdam (H-TEAM) programma, dat in Amsterdam ontwikkeld wordt door een nieuw gevormd interdisciplinair consortium van betrokken instanties, waaronder SHM, de publieke gezondheidszorg, academische en maatschappelijke instellingen, de patiëntenvereniging en de farmaceutische industrie, is een voorbeeld van een dergelijke aanpak.

Nieuwe hepatitis C-medicijnen werken mogelijk preventief tegen de transmissie van hepatitis C in patiënten met hiv co-infectie

Van de 1.187 patiënten met hepatitis C (HCV)/hiv co-infectie van wie bekend is dat zij in zorg zijn bij één van de Nederlandse hiv-behandelcentra, bestaat voor in totaal 907 (76%) patiënten nog behoefte aan een behandeling waarmee zij kunnen genezen van hun HCV-infectie. HCV kan bij deze patiënten sneller leiden tot een ernstige leveraandoening en leverkanker dan bij patiënten zonder hiv-infectie. Seksuele transmissie draagt in Nederland belangrijk bij aan het aantal nieuwe HCV infecties bij hiv-geïnfecteerde mannen die seks hebben met mannen (MSM). Daarentegen komt deze wijze van transmissie nauwelijks voor bij MSM zonder hiv.

Er wordt met spanning uitgekeken naar de op korte termijn beschikbare en beter verdraagbare, geheel uit pillen bestaande combinaties van medicijnen tegen HCV, waarmee een genezingspercentage van meer dan 90% kan worden bereikt. De eerste van deze medicijnen, sofosbuvir, is kort geleden in Nederland beschikbaar gesteld voor de groep patiënten met chronische hepatitis C-infectie en gevorderde leverschade die het meest dringend behandeling nodig hebben. De beschikbaarheid van een aantal andere nieuwe anti-HCV-medicijnen volgt waarschijnlijk binnenkort.

Het toestaan van het gebruik van deze zeer effectieve combinatietherapieën bij alle hiv-geïnfecteerde patiënten met HCV is van groot belang, niet alleen om de individuele gezondheid van patiënten te waarborgen, maar ook omdat het in belangrijke mate zou kunnen bijdragen aan het voorkómen van verdere verspreiding van HCV.

Download PDF (met achtergrondinformatie)

Newsletter Sign up