ATHENA data op het HIV Drug Therapy congres

Van 28 t/m 31 oktober werd in Glasgow (VK) het HIV Drug Therapy congres gehouden. Er waren twee presentaties waar SHM bij betrokken was.

Ferdinand Wit (SHM) heeft een mondelinge presentatie
gegeven over de relatie tussen multimorbiditeit en sterfte in het ATHENA cohort. De observatieperiode was van 2000 tot 2017. Multimorbiditeit was gedefi nieerd als het totale aantal comorbiditeiten waarmee een patiënt op een bepaald moment bekend was: cardiovasculaire aandoeningen, beroerte, niet-aidsgerelateerde kankers, chronisch nierfalen, diabetes mellitus, obesitas, en hypertensie. Multimorbiditeit komt in de ATHENA populatie steeds vaker voor, met name bij patiënten ouder dan 50 jaar. Oudere mannen en vrouwen hebben een vergelijkbare prevalentie van multimorbiditeit, maar jongere vrouwen hebben het vaker dan jonge mannen, met name vanwege een hogere prevalentie van obesitas onder jonge vrouwen. Multimorbiditeit is sterk geassocieerd met een verhoogde kans op overlijden. 

Opvallend was dat vrouwen zonder comorbiditeiten een statistisch signifi cant lager sterfterisico hadden dan mannen zonder comorbiditeiten, maar dat het sterfterisico bij vrouwen per additionele comorbiditeit sterker steeg dan bij mannen. Bij 3 en 4 comorbiditeiten hadden vrouwen een statistisch significant hoger sterfterisico dan mannen met een zelfde aantal  comorbiditeiten. De oversterfte was het sterkst bij vrouwen die in de jaren 80 en 90 met mono- en duo-nucleoside analoog reverse transcriptase remmers behandeld waren geweest. Andere determinanten voor de verhoogde sterfte bij vrouwen met multimorbiditeit werden niet gevonden.

Referentie: F Wit, M van der Valk, J Gisolf, et al. Multimorbidity and risk of death differs by gender in people living with HIV in the Netherlands: the ATHENA cohort study. Journal of the International AIDS Society 2018,21(S8):e25187, abstract O115.

Tevens was er een mondelinge presentie van Flaminia Olearo van de Swiss HIV Cohort Study over de relatie tussen de M184V/I mutatie en de kans van virologisch falen op behandeling met bacavir/lamivudine/dolutegravir. Dit was een multi-cohort analyse waaraan naast 4 andere cohorten ook ATHENA data heeft bijgedragen. In deze studie werd in de periode 2012-2016 gekeken of voorbehandelde patiënten die met abacavir/lamivudine/dolutegravir behandeld werden een grotere kans op virologisch falen hadden indien zij de M184V/I mutatie hadden.
Virologisch falen was gedefinieerd als 2 achtereen volgende viral load meting boven de 50 kopieën/ml. In totaal werden 1626 patiënten geïncludeerd, waarvan 137 met de M184V/I mutatie. De gemiddelde duur van follow-up was 289 dagen. Virologisch falen kwam vaker voor bij patiënten met de mutatie dan zonder (29.8 tegen 13.6 per 1000 patiëntjaren, p=0.093).

Referentie: F Olearo, H Nguyen, F Bonnet, et al. The impact of M184V/I mutation on the efficacy ofabacavir/lamivudine/dolutegravir regimens prescribed intreatment-experienced patients. Journal of the International AIDS Society 2018,21(S8):e25187, abstract O214.