Nationale Hepatitisdag
Hepatitis B en C komen bij 0.4-0.6% van de Nederlandse bevolking voor, maar hogere prevalenties worden gevonden in specifieke risicogroepen. Door nieuwe behandelingen kunnen steeds meer mensen worden behandeld en genezen. Daarnaast is opsporing van mensen met virale hepatitis van groot belang om behandeling mogelijk te maken. Welke mensen hebben risico gelopen en wie moeten we testen? Ook raken mensen die gediagnosticeerd zijn met hepatitis B of C raken na screening vaak uit beeld en uit de zorg. Momenteel zijn te weinig gegevens beschikbaar om de omvang van virale hepatitis, de risicogroepen en de behandeling goed in kaart te brengen. Monitoring en registratie zijn nodig voor het opzetten van screeningsprogramma’s, maar ook voor wetenschappelijke onderzoek naar het effect van behandeling en de gevolgen daarvan op de genezing en verdere verspreiding van hepatitis B en C. De behoefte aan een landelijke visie en gezamenlijke aanpak van deze problemen werd gedurende de dag breed onderschreven.
Over de nieuwe behandelingen voor hepatitis C werd ook gesproken. Voor het beschikbaar maken van deze nieuwe behandelingen zijn goedkeuring en vergoeding nodig. Hierbij is een gezamenlijke aanpak van de beroepsgroepen en de overheid nodig. Daarbij kan gekeken worden naar de wijze waarop een afname in sterfte tot stand kwam na het beschikbaar komen van het nieuwe behandelmogelijkheden van HIV. Ook zou in elk ziekenhuis en GGD regio een specialist betrokken moeten worden bij de aanpak van virale hepatitis.
Dagvoorzitter Roel Coutinho vatte de succesvolle dag als volgt samen : “De behandeling van hepatitis is een lange weg geweest. Bij hepatitis B speelde de discussie over wel of niet vaccineren. De voortuitgang op dit moment zit vooral in het beschikbaar komen van de nieuwe middelen tegen hepatitis C. We moeten nu de handen ineen slaan.”