Samenwerking SHM met ECDC om betere schattingen van het aantal mensen met HIV te doen

Logo_ECDC.pngHoewel HIV inmiddels een chronische ziekte is geworden, is er levenslange behandeling nodig om het virus onder controle te houden. Omdat er elk jaar nieuwe HIV-patiënten bijkomen, neemt het aantal mensen op behandeling alleen maar toe. HIV is daardoor nog steeds een niet onaanzienlijk probleem voor de publieke gezondheidszorg in Europa. Om in te schatten hoe groot dit probleem werkelijk is, is het belangrijk betrouwbare schattingen van het aantal mensen met HIV te maken. Dit is inclusief degenen die nog niet weten dat ze HIV hebben, omdat ze nog nooit of niet recent zijn getest. Ook zijn goede cijfers over trends in het jaarlijks aantal nieuwe infecties en het testgedrag binnen risicogroepen van groot belang. Deze trends kunnen gebruikt worden voor het beoordelen van de effectiviteit van campagnes gericht op het terugdringen van het aantal infecties.

In 2010 is er daarom vanuit het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC) in Stockholm een project van start gegaan om methoden te ontwikkelen voor het maken van betrouwbare schattingen van het aantal mensen met HIV. SHM heeft binnen dit project een leidende rol. Andere partners zijn University College London, Imperial College in London, de Medical Research Council Biostatistics Unit in Cambridge en de Universiteit van Bern.

In het kader van dit project zijn twee methoden nader bekeken en verder ontwikkeld. De eerste methode gebruikt het jaarlijks aantal HIV-diagnoses en informatie over CD4-celaantallen om terug te rekenen wat het aantal infecties in voorgaande jaren is geweest. Deze methode is gebaseerd op gegevens verkregen uit observationele cohorten over hoe snel CD4-cellen dalen in HIV-patiënten die nog niet behandeld worden met combinatietherapie. Naast een schatting van het jaarlijks aantal HIV-infecties geeft deze methode ook meteen een schatting van de tijd tussen infectie en HIV-diagnose, en informatie over de nog niet-gediagnosticeerde groep HIV-geïnfecteerden.

Deze eerste methode heeft als nadeel dat er veel historische gegevens nodig zijn. Gegevens die niet in ieder land in Europa beschikbaar zijn. Er is daarom een tweede methode ontwikkeld die geen historische gegevens nodig heeft. Keerpunt is dat deze tweede methode ook minder informatie geeft. De methode maakt gebruik van nieuwe HIV-diagnoses waarbij reeds sprake is van AIDS. Omdat de snelheid van de ontwikkeling van AIDS bij HIV-geïnfecteerden afhankelijk is van CD4-aantallen, kan op basis hiervan een schatting gemaakt worden van het aantal niet-gediagnosticeerde HIV-geïnfecteerden met CD4-aantallen beneden 350 cellen/mm3. Dit zijn dus mensen die onmiddellijk behandeld zouden moeten worden om het krijgen van AIDS te voorkomen.

Beide methoden zijn uitgebreid getest op data van een aantal pilotlanden in Europa. Deze data zijn gehaald uit de surveillancedatabase TESSy die door het ECDC wordt beheerd en waaraan SHM in samenwerking met het RIVM Nederlandse gegevens beschikbaar stellen. Momenteel worden beide methoden geïmplementeerd in een gebruiksvriendelijk softwarepakket. In de loop van volgend jaar zal dit pakket voor algemeen gebruik in Europa beschikbaar zijn.

» Bekijk de uitgebreide beschrijving van de SHM met het ECDC

« Terug naar de nieuwsbrief

 
 
 

Stichting HIV Monitoring

Stichting HIV Monitoring (SHM) levert een belangrijke en noodzakelijke bijdrage aan de zorg voor mensen met hiv in Nederland. Door middel van het verzamelen en bewerken van gecodeerde data van hiv-positieve personen uit het hele land draagt ons monitor-onderzoek structureel bij aan de kennis over hiv en stelt het behandelend artsen in staat om de zorg voor hun patiënten continu te verbeteren. Ons jaarlijkse Monitoring Report geeft waardevolle input voor het ontwikkelen van hiv-zorg en preventiebeleid in Nederland en binnen de Europese Unie.

© Stichting HIV Monitoring