HIV-vaccinaties en genezing - een interview met prof. Martinez-Picado

Javier_Martinez-Picado.jpgV. Kun je ons wat vertellen over je achtergrond in HIV/AIDS onderzoek, en waar je interesse in dit gebied ligt?

Ik werk momenteel als ICREA Research Professor aan het AIDS Onderzoeksinstituut (IrsiCaixa) in Barcelona. Bij dit instituut richten we ons al vele jaren op onderzoek naar HIV-pathogenese. Aanvankelijk richtte ons onderzoek zich op resistentie tegen geneesmiddelen en op virale fitheid, maar nu richten we ons vooral op de drie voornaamste problemen die er met HIV zijn. Allereerst is er de rol die dendritische cellen spelen bij de verspreiding van het virus in het menselijk lichaam. Hierbij proberen we verbindingen en antilichamen te ontwikkelen die de interactie van virus en receptor blokkeren in de cellen die verantwoordelijk zijn voor virale vangst en transinfectie. Ten tweede richten we ons op eradicatie van HIV, waarbij we de latente reservoirs willen kwantificeren door middel van verschillende technieken. Tot slot proberen we te begrijpen waarom de progressie van het virus verschillend is in verschillende mensen. Bij sommige mensen dalen de CD4 T-celaantallen zeer snel na infectie en we willen begrijpen waarom deze mensen zo’n snelle progressie laten zien.

V. Je hebt als onderzoeker aan verschillende HIV/AIDS vaccine projecten bijgedragen. Wat zie je als de belangrijkste uitdagingen voor het ontwikkelen van een effectief vaccin?

Als we het hebben over vaccins, moet er eerst een onderscheid worden gemaakt tussen de twee verschillende typen vaccins: aan de ene kant zijn er profylactische vaccins, die ervoor zorgen dat niet-geïnfecteerde individuen beschermd zijn wanneer ze in aanraking Quote Javier Martinez-Picado NLkomen met het virus en zo dus niet geïnfecteerd worden. Aan de andere kant zijn er therapeutische vaccins voor mensen die al geïnfecteerd zijn met het HIV-virus, waarbij we proberen het immuunsysteem nieuw leven in te blazen zodat dit de infectie kan bestrijden.

Het probleem met beide vaccinatiestrategieën is dat ze erg complex zijn. Bij een therapeutisch vaccin heeft het virus het immuunsysteem al ernstig beschadigd, waardoor het moeilijk is dit te redden en te herstellen. Het is met een dergelijk vaccin echter makkelijker om te testen of het werkt, omdat we in-vivo studies kunnen ontwikkelen met vrijwilligers die al geïnfecteerd zijn. Bij een profylactisch vaccin is juist dit de uitdaging, omdat we dan enorme cohorten met duizenden mensen die in een risicogroep vallen nodig hebben, om te kunnen achterhalen of een vaccin werkt. Dergelijke studies zijn erg duur en er is momenteel niet veel financiële ondersteuning voor. Maar zoals ik heb benadrukt in mijn presentatie tijdens NCHIV, ik denk niet dat die uitdagingen de inspanningen om een vaccin te vinden in de weg moeten staan. Voortdurend worden er artikelen en papers gepubliceerd die een nieuwe kijk geven op HIV.

Ik denk dat het vooral belangrijk is om een goede combinatie te vinden van wat we “cellulaire-respons” en “humorale-respons” noemen; dus cytotoxische cellen en antilichamen die mogelijk de infectie bestrijden in combinatie met elkaar. Tot dusver gebruiken de meeste strategieën enkel cellulaire of humorale immunologie. Er is echter nog een derde strategie die weinig mensen overwegen en dat is “mucosale immuniteit”, die ook gebruikt kan worden om te beschermen tegen HIV. Het virus gaat namelijk tijdens infectie door het slijmvlies (mucosa) heen. Door de productie van immunoglobuline A in slijmvlies te stimuleren kunnen we tegen de infectie beschermen.

V. Wat denk je dat de beste route is naar genezing voor HIV?

Het probleem met HIV is dat elke cel waarin het virus zich bevindt, anders is. Macrofagen zijn anders dan T-lymfocyten en T-lymfocyten zijn weer anders danQuote 2 Javier Martinez-Picado NLastrocyten, enz. Daarom is het waarschijnlijk een combinatie van therapieën die kan helpen om het virus uit de reservoirs te drijven, iets wat ik ook in mijn presentatie tijdens NCHIV heb benadrukt.

Als er echter één therapie is die de potentie heeft om op zichzelf tot genezing te leiden, dan is dat denk ik cel- en gentherapie. Er zijn momenteel al onderzoeksgroepen die in-vivo met deze technieken werken, waarbij ze ex-vivo gemanipuleerde cellen van HIV-geïnfecteerde personen zonder virusreceptoren opnieuw in het lichaam inbrengen. Die cellen blijven daar lange tijd zitten, maar het probleem is dat ze bestaan naast de autologe cellen die niet zijn gemodificeerd. Dat kan verbeterd worden door bijvoorbeeld het gebruik van stamcellen, om ervoor te zorgen dat de autologe T-lymfocyten ook dezelfde strategie als de gemanipuleerde cellen kunnen toepassen. Op die manier krijgen we een grotere homeostatische verspreiding van die primaire voorlopers en krijgen we meer cellen die ongevoelig worden voor de HIV-infectie.

Terugkomend op de andere strategieën zoals behandeloptimalisatie en intensifiëring, omkering van de HIV-latentie, therapeutische vaccinatie en immuun-gebaseerde therapieën; ik denk niet dat deze strategieën op zichzelf een complete genezing voor HIV kunnen bereiken. Wel ben ik van mening dat als we ze in combinatie gebruiken, we misschien uiteindelijk HIV volledig kunnen genezen.


» Download de NCHIV presentatie van prof. Martinez-Picado

 

« Terug naar de Nieuwsbrief

 
 
 

Stichting HIV Monitoring

Stichting HIV Monitoring (SHM) levert een belangrijke en noodzakelijke bijdrage aan de zorg voor mensen met hiv in Nederland. Door middel van het verzamelen en bewerken van gecodeerde data van hiv-positieve personen uit het hele land draagt ons monitor-onderzoek structureel bij aan de kennis over hiv en stelt het behandelend artsen in staat om de zorg voor hun patiënten continu te verbeteren. Ons jaarlijkse Monitoring Report geeft waardevolle input voor het ontwikkelen van hiv-zorg en preventiebeleid in Nederland en binnen de Europese Unie.

© Stichting HIV Monitoring