Evenement review – CROI 2012, Seattle

Van 5 tot en met 8 maart vond in Seattle de negentiende Conference on Retroviruses and Opportunistic Infections (CROI) plaats. Een kleine selectie uit de vele onderwerpen die de revue passeerden:

  • De afgelopen twee jaar is aangetoond dat profylactisch gebruik van antiretrovirale medicatie (PrEP, pre-exposure prophylaxis) infectie met hiv kan voorkomen. Als PrEP wordt meestal tenofovir gebruikt al dan niet in combinatie met emtricitabine. De FEM-PrEP trial onder ruim 2000 vrouwen in Zuid-Afrika, Kenya en Tanzania liet echter juist geen effect zien van behandeling met tenofovir. Uiteindelijk bleek dat er bij minder dan 50% van de deelneemsters tenofovir in plasma aan te tonen was. Waarschijnlijk was dus lage therapietrouw de reden dat PrEP geen effect had.

  • Genezing van hiv staat momenteel volop in de belangstelling. Genezing wordt bemoeilijkt door de aanwezigheid van reservoirs van virus die voor medicatie onbereikbaar zijn. Ook is combinatietherapie mogelijk niet altijd in staat replicatie van het virus volledig tot stilstand te brengen. Een derde obstakel zijn langlevende rustende geïnfecteerde cellen. Eerste verkennende trials zijn aan de gang om deze rustende cellen met bijvoorbeeld vorinostat te activeren. Geactiveerde hiv-geïnfecteerde cellen worden namelijk wel door het immuunsysteem gezien en kunnen vervolgens geëlimineerd worden. Ook is er onderzoek gaande naar het resistent maken van CD4-cellen tegen infectie door expressie van CCR5 te verhinderen.

  • Over versnelde veroudering van hiv-patiënten bestaan veel misvattingen. Amy Justice van de Veterans Aging Cohort Study in de VS liet zien dat het eigenlijk wel meevalt met die veroudering. Hiv-geïnfecteerden hebben een hoger risico op ouderdomsgerelateerde aandoeningen dan hiv-negatieve leeftijdsgenoten. Dit komt echter vooral door de aanwezigheid van andere risicofactoren zoals roken. Ouderdomsgerelateerde aandoeningen treden gemiddeld genomen hooguit een paar jaar eerder op dan bij hiv-negativen en niet 20 jaar zoals wel wordt gedacht.

  • De presentatie van James Stein ging verder in op de vraag of hiv het risico op hart- en vaatziekten vergroot. Klassieke risicofactoren bij hiv-negatieven zoals roken, geslacht en leeftijd zijn ook bij hiv-geïnfecteerden sterk voorspellend. Het is echter nog niet bekend wat de bijdrage van hiv is. De vele biologische markers die zowel met hiv als met hart- en vaatziekten geassocieerd zijn, hebben weinig extra voorspellende waarde. De groep hiv-patiënten is eigenlijk ook nog te jong om goed onderzoek te kunnen doen naar hiv-gerelateerde risicofactoren voor hart- en vaatziekten. Nog een paar jaar wachten dus.

Meer informatie over CROI 2012? Ga naar: http://retroconference.org/

 

Terug naar eNieuwsbrief

 
 
 

Stichting HIV Monitoring

Stichting HIV Monitoring (SHM) levert een belangrijke en noodzakelijke bijdrage aan de zorg voor mensen met hiv in Nederland. Door middel van het verzamelen en bewerken van gecodeerde data van hiv-positieve personen uit het hele land draagt ons monitor-onderzoek structureel bij aan de kennis over hiv en stelt het behandelend artsen in staat om de zorg voor hun patiënten continu te verbeteren. Ons jaarlijkse Monitoring Report geeft waardevolle input voor het ontwikkelen van hiv-zorg en preventiebeleid in Nederland en binnen de Europese Unie.

© Stichting HIV Monitoring