Op zoek naar een genezing van HIV - een kort interview met Dr. Steven Deeks

Dr. Steven Deeks is een zeer gerespecteerd clinicus en wetenschapper. Zijn werk omvat zowel de zorg in de kliniek als het onderzoek naar de pathogenese en behandeling van HIV. Hij resideert als hoogleraar geneeskunde in San Francisco aan de Universiteit van Californië (UCSF) en is wetenschappelijk medewerker in het Positive Health Program (AIDS Programma) van het San Francisco General Hospital. Steven Deeks is in Amsterdam voor het 5e NCHIV congres op 29 november 2011 waar hij zal spreken over “Prospects for HIV eradication”. Hij was bereid om ons wat meer te vertellen over zijn werk aan de UCSF en in San Francisco General Hospital, over zijn onderzoek naar een mogelijke genezing van HIV, en zijn betrokkenheid bij meerdere cohortstudies.

SDeeks150X115.jpg
 

Waar houdt u zich op dit moment mee bezig?

Steven Deeks: "Momenteel besteed ik ongeveer 20% van mijn tijd aan de kritische zorg voor ongeveer 100 patiënten in San Francisco General Hospital. De rest van de tijd besteed ik voornamelijk aan het SCOPE-cohort. SCOPE is een vrij groot cohort met ongeveer 1500 deelnemers die zowel HIV-geïnfecteerd als niet-HIV-geïnfecteerd zijn. De partijen waarmee we samenwerken, hebben ervoor gezorgd dat we in dit cohort een aantal unieke groepen hebben kunnen opnemen, zoals zogenaamde elite controllers en patiënten van wie het immuunsysteem, ondanks langdurige virusonderdrukkende therapie, niet herstelt. Ons cohort kan ook ondersteuning bieden bij gerichte klinische studies. Tot op heden zijn er zo’n 10 kleine intensieve klinische studies uitgevoerd met 20 tot 50 deelnemers, voornamelijk hypothesegenererende studies."

Tijdens uw presentatie op het NCHIV congres zult u twee mogelijke genezingsmethoden bespreken: de steriliserende en de functionele genezing. Kunt u iets vertellen over uw onderzoek naar deze genezingsmethoden?

(Opmerking van de redactie: Antiretrovirale therapie heeft het leven van HIV-geïnfecteerden enorm verbeterd maar biedt geen genezing. Dat betekent dat de therapie levenslang moet worden gebruikt. Levenslange therapie kan leiden tot langdurige complicaties. En het gedurende langere tijd volhouden om de medicatie volgens voorschrift in te blijven nemen, kan ook tot problemen leiden. Onderzoekers zijn daarom twee mogelijke manieren aan het bekijken om patiënten met HIV te genezen: de steriliserende genezingsmethode, waarbij alle HIV-geïnfecteerde cellen uit het lichaam worden verwijderd, en de functionele genezingsmethode, waarbij HIV langdurig wordt onderdrukt zonder medicijnen.)

Steven Deeks: "Het zoekproces naar genezing van HIV is erg complex. Er zijn meerdere zaken die aan de orde moeten worden gesteld. We moeten vaststellen waar, in welke lichaamscellen en -weefsels, HIV zich ophoudt. We moeten vaststellen wat de rol is van de verschillende persistentiemechanismen, zoals de rol van de HIV-replicatie, het stilleggen van chromatine en homeostatische proliferatie. We moeten vaststellen of de virusproductie leidt tot het afsterven van geïnfecteerde cellen. En uiteindelijk moeten we vaststellen of chronische infectie bijdraagt aan HIV-persistentie. Dit laatste is een zeer belangwekkend onderwerp voor onze groep. We zijn met verschillende studies bezig waarin we onderzoeken of chronische ontsteking leidt tot HIV-persistentie of, omgekeerd, of HIV-persistentie leidt tot chronische ontsteking. We onderzoeken ook wat het gevolg is van zowel een ontsteking als HIV-persistentie op klinische resultaten."

Timothy Ray Brown, bekend als “De Berlijnse Patiënt”, woont momenteel in San Francisco en is ook betrokken bij uw cohort. Hij zou wel eens de eerste persoon kunnen zijn die ooit van HIV genezen is. Kunt u me vertellen op welke manier hij bijdraagt aan het onderzoek naar de genezingsmethoden van HIV?

Steven Deeks: "Tim Brown is deelnemer in het SCOPE-cohort en een zeer groot voorstander van alle onderzoek dat gericht is op genezing. Samen met het team dat de eerste studie heeft uitgevoerd, zijn we nu aan het onderzoeken hoe hij is genezen en wat de langetermijneffecten zijn van zijn behandeling. Ook al is die behandeling niet inzetbaar voor de meerderheid van de HIV-geïnfecteerden, zijn geval is belangrijk voor het onderzoek naar een mogelijke steriliserende genezingsmethode."

Het ATHENA-cohort, uitgevoerd door de Stichting HIV Monitoring, is een grootschalige studie naar de HIV-epidemie in Nederland. Kent u het ATHENA-cohort en is het toepasbaar op uw werk?

Steven Deeks: "Ik ben een fan van het ATHENA-cohort. Het is een van de grootste gevestigde multicenter cohorten. Vanuit een klinisch perspectief was ik vooral geïnteresseerd in de vroege bevindingen die betrekking hebben op de mogelijk unieke rol van proteaseremmers op immunologische resultaten tijdens behandeling. En ik was onder de indruk van recent onderzoek wat erop wijst dat het CD4-celaantal dat men met therapie beoogd te bereiken eigenlijk bijgesteld zou moeten worden naar meer dan 800 cellen/mm3 in plaats van 500 cellen/mm3, omdat gebleken is dat 800 cellen/mm3 tot een normale levensverwachting kan leiden. Deze en ook andere ATHENA-studies zijn direct van invloed op mijn werk."

Worden er in de Verenigde Staten andere nationale studies als ATHENA uitgevoerd en bent u bij deze studies betrokken?

Steven Deeks: "Er wordt gewerkt aan het opzetten van twee nationale cohortstudies door het samenvoegen van meerdere kleine cohorten op verschillende plaatsen in de VS. Dit zijn de NA-ACCORD (North American AIDS Cohort Collaboration on Research and Design) en CNCIS (CFAR Network of Integrated Clinical Systems). NA-ACCORD omvat klinische data uit cohortstudies uit de hele VS en Canada en CNCIS levert een grote hoeveelheid data, waaronder biologische samples. Deze beide studies zijn behoorlijk succesvol. Ze zijn misschien niet zo nauwkeurig als ATHENA, omdat de gegevens uit verschillende bronnen bij elkaar moeten worden gebracht en aangepast moeten worden. Het SCOPE-cohort, waar ik samen met Dr. Jeff Martin de leiding over heb, wisselt gegevens uit met deze beide cohorten."


 
 
 

Stichting HIV Monitoring

Stichting HIV Monitoring (SHM) levert een belangrijke en noodzakelijke bijdrage aan de zorg voor mensen met hiv in Nederland. Door middel van het verzamelen en bewerken van gecodeerde data van hiv-positieve personen uit het hele land draagt ons monitor-onderzoek structureel bij aan de kennis over hiv en stelt het behandelend artsen in staat om de zorg voor hun patiënten continu te verbeteren. Ons jaarlijkse Monitoring Report geeft waardevolle input voor het ontwikkelen van hiv-zorg en preventiebeleid in Nederland en binnen de Europese Unie.

© Stichting HIV Monitoring