Onderzoek naar comorbiditeit gerelateerd aan HIV/AIDS met de COBRA studie

Cobra_logo.jpgDe Cobra studie, wat staat voor COmorBidity in Relation to HIV/AIDS (comorbiditeit in relatie tot HIV/AIDS), is een project dat gefinancierd wordt het 7e Kader Programma van de Europese Unie en wordt gecoördineerd door prof. dr. Peter Reiss. Het project is in maart dit jaar gestart en is een samenwerking tussen 12 instituten, waaronder de Stichting HIV Monitoring, die actief zijn in een aantal verschillende vakgebieden. We praatten over COBRA met dr. Ferdinand Wit, HIV-behandelaar en epidemioloog verbonden aan het AMC en het Amsterdam Institute for Global Health and Development (AIGHD), die medeverantwoordelijk is voor de wetenschappelijke coördinatie en data-analyse van de COBRA studie.

Onderzoek gefocust op verbanden

Sinds de introductie van antiretrovirale combinatietherapie (cART) leven personen die besmet zijn met HIV veel langer. Hierdoor ontwikkelen personen met HIV steeds vaker ouderdomsziekten zoals hart- en vaatziekten, suikerziekte, chronische nier- en leveraandoeningen, osteoporose, niet-AIDS geassocieerde tumoren, COPD en neurocognitieve achteruitgang. Deze ouderdomsziekten lijken bij mensen met HIV vaker en op jongere leeftijd op te treden in vergelijking met HIV-negatieve individuen. Nu HIV-geïnfecteerde patiënten steeds ouder worden, wordt hun zorg steeds complexer en uitdagender vanwege de noodzaak meerdere comorbiditeiten te voorkomen en behandelen.

COBRA heeft als doel het verband tussen HIV-infectie en ouderdomsziekten duidelijk aan te tonen. De studie is bedoeld om deze link te verklaren door te onderzoeken of er een causaal verband is tussen HIV-infectie en ouderdomsziekten, en de onderliggende ziekteverwekkende mechanismen te verduidelijken. De studie heeft ook tot doel nieuwe inzichten te krijgen in de potentiële rol van cART in de ontwikkeling van comorbiditeiten en om bio-markers te ontwikkelen die kunnen worden gebruikt voor een betere preventie en behandeling van deze comorbiditeiten.

“De grote vraag is wat de risicofactoren zijn die bijdragen aan deze comorbiditeiten”, zegt Ferdinand Wit. “Er lijken veel verbanden en meerdere oorzaken te zijn, zowel klassieke risico factoren als HIV-gerelateerde factoren. Het denken over de oorzaken van deze comorbiditeiten zijn gaandeweg veranderd, maar tegenwoordig denkt men dat chronische laag-gradige activering van het immuunsysteem, mogelijk getriggerd door verschillende mechanismen, waaronder persisterende HIV-replicatie en microbiële translocatie in de darm, hierbij betrokken zijn. Gekoppeld hieraan kan HIV de reguliere verouderingsprocessen versnellen of versterken. Dit leidt tot een groter risico dat ziekten, zoals hartkwalen, zich eerder manifesteren dan als een persoon HIV-negatief zou zijn. Het is belangrijk om de verbanden tussen deze oorzakelijke factoren vast te stellen.”

Twee klinische sites

De werving van deelnemers is gestart met het doel 150 HIV-geïnfecteerde en 100 vergelijkbare niet-geïnfecteerde personen van middelbare leeftijd deel te laten nemen. Deze deelnemers worden geworven vanuit twee lopende studies - de POPPY ofwel Pharmacokinetic and Clinical Observations in People over Fifty studie in Londen, en de AGEhIV cohort studie in Amsterdam (zie elders in deze nieuwsbrief). Beide studies zijn gekoppeld aan nationale HIV-databases: het CHIC cohort in het Verenigd Koninkrijk en het ATHENA/Stichting HIV Monitoring cohort in Nederland.

“Deelnemers zullen aan het begin van hun deelname aan de studie uitgebreide testen ondergaan en opnieuw na 2 jaar”, zegt dr. Wit. “Een reeks monsters zal worden afgenomen en worden opgeslagen voor bio-marker-analyse. Een uitvoerige evaluatie van de neurocognitieve functies zal bij alle deelnemers worden uitgevoerd, waaronder een uitgebreid panel van hersenscans, neuropsychologische testen en een lumbaalpunctie (ruggenprik).”

Samenwerkingsverband

COBRA brengt onderzoekers samen met ervaring in verschillende gebieden van de klinische en fundamentele wetenschap, waaronder HIV, leeftijdsgeassocieerde niet-overdraagbare comorbiditeit en veroudering. Nauwe betrokkenheid van een aantal partners met bestaande grote samenwerkingsverbanden, waaronder EuroCoord Network of Excellence en MARK-AGE, om bio-markers vast te stellen voor het menselijke verouderen, zal significant bijdragen aan de verspreiding van de resultaten naar een brede en gevarieerde groep stakeholders.

Impact

Verwacht wordt dat COBRA de kennis van de mate van voortijdig ontstaan, risicofactoren, en voorspellende bio-markers van verscheidene ouderdomsziekten bij HIV-geïnfecteerde patiënten zal verdiepen. Kennis uit het project kan een aanzienlijke impact hebben op de toekomstige richtlijnen voor preventie en behandeling van deze comorbiditeiten bij HIV-positieve patiënten.

“COBRA is echt de eerste stap”, legt dr. Wit uit. “Indien er aanwijzingen voor causale verbanden worden gevonden binnen COBRA, zal dit leiden tot projecten om deze bevindingen te valideren in grotere cohorten. Ik verwacht dat dit onderzoek zal bijdragen aan de ontwikkeling en validatie van nieuwe diagnostische testen en therapeutische strategieën. Het zal ook belangrijk zijn in het verbeteren van preventie, behandeling en begeleiding van patiënten met comorbiditeiten”.

 

Deelnemende organisaties uit Nederland aan de COBRA studie zijn: het AMC en het Amsterdam Institute for Global Health and Development (AIGHD), Erasmus Universitair Medisch Centrum, GGD Amsterdam, Stichting Katholieke Universiteit Nijmegen en Stichting HIV Monitoring; deelnemende organisaties uit het Verenigd Koninkrijk zijn: het Imperial College London en University College London; overige deelnemende organisaties zijn: VIB Life Sciences Research Institute uit België; Goeteborgs Universitet uit Zweden; Universita di Bologna and Universita degli Studi de Modena uit Italië; en Universitat Konstanz uit Duitsland.

 

» Bezoek de COBRA website

« Terug naar de nieuwsbrief

 
 
 

Stichting HIV Monitoring

Stichting HIV Monitoring (SHM) levert een belangrijke en noodzakelijke bijdrage aan de zorg voor mensen met hiv in Nederland. Door middel van het verzamelen en bewerken van gecodeerde data van hiv-positieve personen uit het hele land draagt ons monitor-onderzoek structureel bij aan de kennis over hiv en stelt het behandelend artsen in staat om de zorg voor hun patiënten continu te verbeteren. Ons jaarlijkse Monitoring Report geeft waardevolle input voor het ontwikkelen van hiv-zorg en preventiebeleid in Nederland en binnen de Europese Unie.

© Stichting HIV Monitoring