Landelijke HIV screening bij zwangeren in Nederland is effectief

Colette Smit, Stichting HIV Monitoring
 

Pregnancy_150X115.jpgSinds 2004 worden alle zwangere vrouwen in Nederland getest op HIV. Door tijdige diagnose van HIV wordt het mogelijk om vrouwen vroeg in de zwangerschap te behandelen met effectieve HIV-medicatie. Dit verkleint de kans van moeder-op-kind transmissie van HIV. Sinds de introductie van deze screening is het aantal kinderen met HIV geboren in Nederland sterk gedaald.

HIV-transmissie

De transmissie van HIV van een met HIV geïnfecteerde moeder naar haar kind is de meest voorkomende route van HIV-transmissie bij kinderen wereldwijd (1). Moeder-op-kind transmissie kan voor de geboorte plaatsvinden, tijdens de bevalling en postnataal tijdens borstvoeding.

Zonder interventies varieert het risico op HIV-transmissie tijdens de zwangerschap tussen de 15 en 20% (2). Effectieve HIV-medicatie (cART) is heel effectief in de preventie van moeder-op-kind transmissie van HIV. Sinds de introductie van cART in de behandeling van de HIV geïnfecteerde zwangere is de transmissie drastisch gereduceerd tot 2% (3, 4).

Kennis van de HIV-status tijdens de zwangerschap is essentieel voor de tijdige start van cART in de zwangerschap en daarmee ook voor de reductie van HIV-transmissie. Om die reden is in 2004 de vrijwillige HIV-screening bij zwangeren geïntroduceerd in Nederland. De screening gebeurt via het opt-out principe, wat wil zeggen dat een zwangere vrouw standaard op HIV wordt getest, tenzij zij actief weigert. Voor de introductie van de zwangeren screening in 2004 werd een selectieve HIV screening toegepast, waarbij de screening gericht was op vrouwen met een hoger risico op HIV, zoals vrouwen afkomstig uit een HIV-endemisch gebied of bij (voormalig) injecterend drugsgebruik. Sinds de invoering van de landelijke HIV-screening in 2004 bij zwangere vrouwen zijn 233 vrouwen met een onbekende HIV-infectie gediagnosticeerd en gerapporteerd aan de Stichting HIV Monitoring (5).

Aantal zwangeren met HIV

Over de periode 1996-2012 zijn 1734 zwangerschappen bij 1114 HIV-geïnfecteerde vrouwen gerapporteerd aan de SHM. In totaal worden er 4016 vrouwen gevolgd door de SHM. Van de zwangere vrouwen was 54% al voor de aanvang van de zwangerschap met HIV gediagnosticeerd. Tijdens de zwangerschap zijn 99% van de vrouwen behandeld met cART.

Moeder-op-kindtransmissie in Nederland

Het aantal kinderen dat in Nederland geboren en via moeder op kind transmissie geïnfecteerd is, is sterk gedaald sinds 2004 (Figuur). Deze daling is toe te schrijven aan de introductie van de landelijke HIV-screening (6). Na de introductie van de screening in 2004 zijn zes HIV-geïnfecteerde kinderen geboren in Nederland. Ondanks dat het aantal kinderen dat met HIV wordt geboren in Nederland sterk is gedaald, kan moeder-op-kindtransmissie nooit volledig worden uitgesloten. Het is mogelijk dat een HIV-infectie soms optreedt na de screening in het eerste trimester van de zwangerschap. Maar het kan ook gebeuren dat de screening plaatsvindt kort na het moment van infectie waardoor de uitslag van de HIV test nog negatief is.

De landelijke prevalentie van HIV onder zwangere vrouwen is heel laag (0.04-0.08% (7)). Hierdoor is een tweede landelijke screening tijdens de zwangerschap waarschijnlijk niet heel effectief. Een tweede screening zou eventueel wel op basis van een risico-inschatting kunnen gebeuren, bijvoorbeeld omdat de partner bekend HIV-positief is (7).

Figuur: Aantal HIV-geïnfecteerde kinderen, geïnfecteerd via moeder-op-kind transmissie, onderverdeeld naar geboortejaar en regio van herkomst.

figure_yrofBirth.jpg

Reference List

(1)  UNAIDS. Report on the Global AIDS epidemic, http://www.unaids.org/en/knowledge/HIVdata/globalreport/2008/2008_global_report.asp. 2008.

(2)  Coll O, Fiore S, Floridia M, et al. Pregnancy and HIV infection: A european consensus on management. Aids 2002 Jun; 16 Suppl 2:S1-18.

(3)  Boer K, Nellen JF, Patel D, et al. The AmRo study: pregnancy outcome in HIV-1-infected women under effective highly active antiretroviral therapy and a policy of vaginal delivery. BJOG 2007 Feb; 114(2):148-55.

(4)  Cooper ER, Charurat M, Mofenson L, et al. Combination antiretroviral strategies for the treatment of pregnant HIV-1-infected women and prevention of perinatal HIV-1 transmission. J Acquir Immune Defic Syndr 2002 Apr 15; 29(5):484-94.

(5)  van Sighem A, Smit C, Gras L, et al. Monitoring of Human Immunodeficiency Virus (HIV) Infection in the Netherlands. Amsterdam: Stichting HIV Monitoring; 2012.

(6)  Boer K, Smit C, van der Flier M, de Wolf F. The comparison of the performance of two screening strategies identifying newly-diagnosed HIV during pregnancy. Eur J Public Health 2010 Nov 4.

(7)  Op de Coul EL, Hahne S, van Weert YW, et al. Antenatal screening for HIV, hepatitis B and syphilis in the Netherlands is effective. BMC Infect Dis 2011 Jun 30; 11(1):185.

 
Terug naar eNieuwsbrief

 
 
 

Stichting HIV Monitoring

Stichting HIV Monitoring (SHM) levert een belangrijke en noodzakelijke bijdrage aan de zorg voor mensen met hiv in Nederland. Door middel van het verzamelen en bewerken van gecodeerde data van hiv-positieve personen uit het hele land draagt ons monitor-onderzoek structureel bij aan de kennis over hiv en stelt het behandelend artsen in staat om de zorg voor hun patiënten continu te verbeteren. Ons jaarlijkse Monitoring Report geeft waardevolle input voor het ontwikkelen van hiv-zorg en preventiebeleid in Nederland en binnen de Europese Unie.

© Stichting HIV Monitoring